Vastgevroren

22 februari 2013 - Tallinn, Estland

Pas toen ik een bezettingsmuseum bezocht begreep ik het, de houding van sommige oudere mensen hier ("Je bent geen Rus, dus ik hoef geen Russisch met je te spreken"). Over dat er in de Baltische staten tijdens de Sovjet-periode meer mishandelingen, uithongering, dwangarbeid en deportaties plaatsvonden dan tijdens de Tweede Wereldoorlog heb ik niets gehoord op school. Maar er is wel meer dat ik tijdens mijn reis te weten kom dat niet onderwezen wordt. Zoals de massale immigratie van Russen, waardoor zij nog immer de grootste en invloedrijkste minderheid vormen in zowel Estland, Letland als Litouwen. Russische kinderen gaan er naar Russische scholen, eten in Russische restaurants en gaan uit in Russische clubs. Zo leven er twee compleet verschillende volken in een land. Leuke bijkomstigheid voor mij is wel dat daarom de meeste belangrijke zaken tweetalig zijn – en mijn Russisch is nog altijd beter dan mijn Ests.

Taal is hier overigens überhaupt geen probleem. Jullie kennen me vast goed genoeg om te vermoeden dat ik hardnekkig geprobeerd heb om alle talen zo'n beetje te leren, maar ergens halverwege het Litouws begon ik toch wel behoorlijk in de war te raken. Zodra ik per ongeluk eerst Servo-Kroatisch uitkraamde, en toen iets Duits, begreep ik dat ik nu toch echt op een cerebrale grens gestuit was. De Indo-Europese talen zijn sowieso een stuk lastiger te leren dan alle verwante Slavische talen. Gelukkig ben ik erachter gekomen dat het ook niet altijd nodig is. Meer dan eens vraagt of vertelt iemand me iets in een taal die ik niet beheers, en zonder de woorden te kennen geef ik antwoord (in het Engels weliswaar). Dan klinkt er een verward "Huh, did you understand what he said?" naast me. Taal is kennelijk meer dan enkel woorden.

Héél af en toe -ok, onophoudelijk- krijg ik commentaar over mijn besluit door deze landen te reizen in de winter. Niemand hier schijnt het te geloven, maar eigenlijk gaat het best goed. Mijn handigheid in het over ijs en sneeuw fietsen verbetert zich met de dag, net als het veilig door niet aan fietsers gewend verkeer scheuren. Toegegeven, het is koud hier. Maar wat een prachtige wereld is het. Ik zie het lijnenspel dat de sneeuwschuivers en straatvegers elke ochtend vroeg weer in de witte vlaktes tekenen. Het lijkt misschien eentonig, maar ik houd ervan: door eindeloze witte vlaktes razen. In zoveel wit komt elke kleur tot bloei. De kou die je in het gezicht slaat als je uren in een tot 26 graden Celsius verwarmde bus hebt gereden. De schoorvoetende passagiers die een sigaret nodig lijken te hebben om de hitte te ontsnappen en de kou te trotseren. Het weke lichtgele zonnetje dat zich tevergeefs door de witgrijze deken tracht te breken, maar dat alles toch een net wat vriendelijker gezicht weet te geven. De leegte die stemt tot nadenken. De openheid die gedachten verder draagt dan ooit tevoren. De bolletjes sneeuw die zich nog als vogelnestjes aan de takken vastklampen. Een boom die zijn gevallene buur ondersteunt als een van het slagveld strompelende kameraad. Het borduursel van de vogels op het ijs.

Soms wou ik dat ik jullie mee kon nemen om te laten zien hoe schitterend de wereld zijn kan. Maar misschien ligt het niet eens zozeer aan de plek. 

Door mijn gedachten flitsen de vele mensen die ik de afgelopen drie weken heb ontmoet en de avonturen die ik heb beleefd. Het schrijven van een reislied in Warschau, eten in een Milk Bar -tijdens een Sovjet voedselcrisis was er alleen nog melk en vlees beschikbaar en dus ontstonden er kantines die enkel op melk en vlees gebaseerde gerechten bereidden-, met alcohol op straat betrapt worden door de politie en met een goed excuus en een lieve lach ontkomen -hetgeen nooit schijnt te gebeuren, vertelden mijn drinkgenootjes me-, het per ongeluk inbreken in een arbeidersflat in een buitenwijk van Vilnius -maar ze lijken allemaal zo op elkaar-, alle talentvolle jonge muzikanten die ik ontmoet heb, een Yoga Rave, een academische tekenles, het wegjagen van de winter in een dorpje in Litouwen, traditioneel dansen, zingen en eten, de wandeling met een Pagan-priester, intregreren in de serieuze karaoke-scene van Riga, de Russische club waar verhoudingen tussen vrouwen en mannen op zijn zachtst gezegd opvallend waren -hierover vast later meer- en waar een rijke Rus de hele club van gratis champagne voorzag, het geluid van het mishandelen van meisjes door filmopnames voor een Estse crimi in de kamer aangrenzend aan die waar ik logeerde, het bezettingsmuseum, de wandelingen of fietstochten langs zee, de vele gesprekken, het voor nog langere tijd afscheid nemen van goede vrienden.

Sommige reizigers spreken over een soort rusteloosheid, het telkens door willen reizen. Misschien ben ik geen echte reiziger, ik wil overal blijven. 

Maar toch reis ik door, de bus was al geboekt. 
Vandaag Sint Petersburg.

Foto’s

5 Reacties

  1. Anke:
    4 maart 2013
    Hee lieve Ot,
    Wat een mooi reisverhaal heb je weer geschreven zeg! Ik droom helemaal weg met je winterse verhalen en je foto's. Je maakt wat mee zeg! Ik wens je alle geluk verder. Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep, kom terug
    Liefs, Anke
  2. Nelleke den boon:
    5 maart 2013
    Ot ik vind ze prachtig, je verhalen en foto's, maar ik was vandaag maar wat blij met de eerste lentedag hier. Vanmorgen nog fris, maar overdag voelde je opeens dat de lente eraan komt. Ik zag een klein vogeltje met een voor zijn doen enorme tak worstelen en er tenslotte mee wegvliegen. Die is aan zijn nestje begonnen! Veel plezier in St Petersburg. Je gaat er vast "onze" Rembrandts bekijken. Liefs, reis veilig, Nelleke
  3. Roel:
    5 maart 2013
    Wat schrijf je toch mooi!
  4. Marloes:
    14 maart 2013
    Wat schrijf je fijn! Goed om te horen dat je het naar je zin hebt. Die open winterlandschappen, ik droom een beetje weg hier op de uni. Heel veel plezier nog, geniet ervan lieve Ot!
  5. Florien:
    18 maart 2013
    :)